Voordat mijn dochter geboren werd, verwachtte ik dat ik een modelmoeder zou zijn. Een liefhebbende en ruimhartige moeder, die zou meegenieten van alle kleine dingen die mijn dochter zou ontdekken. Dat ik altijd een lieve lach had, dat ik altijd met open armen voor haar klaar zou staan. Maar toen ze geboren was, was ik allesbehalve de moeder die ik wilde zijn. 

Sterker nog: ik was een neurotische moeder die het gevoel had dat er een juk op mijn schouders was gelegd. Ik had het gevoel dat ik gelukkig moest zijn en met haar moest spelen. Ik had het idee dat ik er elke wakkere seconde voor haar moest zijn om haar vast te houden, te knuffelen en te inspireren.

Inspireren tot leven

Ik had me voorgenomen dat ik samen met mijn dochter de wereld opnieuw zou ontdekken. Dat alles wat haar interesse had, mijn interesse zou hebben. Ik wilde ook op mijn knieën zitten in de zandbak en de mieren volgen die over het zand kriebelden op zoek naar eten.

Maar al gauw kwam ik erachter dat het veel moeilijker was dan dat. Genieten van de kleine, lieve dingen in het leven is moeilijk als je je moe en opgejaagd voelt. En elke keer dat ik iets moest doen, zoals koken of de was, voelde ik me falen naar haar toe.

Nog zo’n ‘moeten’ was naar mijn werk gaan. Elke ochtend gaf ik mijn dochter een kus, en liet haar thuis achter terwijl ik ging werken. En iedere keer dat ik dat moest doen, zat ik met een brok in mijn keel op de fiets. Kreeg ik foto’s van haar binnen op mijn werk, dan kneep mijn keel dicht van pijn en gemis.

Ik was overduidelijk niet één van die moeders die ervan geniet een baan te hebben en ‘even mezelf te zijn’ als ik mijn dochter achterliet. Overigens ook niet één die ervan geniet om de deur achter zich dicht te trekken om met een vriendin af te spreken. Overal en nergens sijpelde het schuldgevoel door niet goed genoeg te zijn. En dat had zijn weerslag op hoe ik me thuis gedroeg.

Compenseren tot ik doodmoe ben

Elke seconde die ik wel thuis was, moest perfect zijn. Ik moest liefdevol zijn, geduldig zijn, gezellig zijn. Ik wilde thuis kunnen schaterlachen, kunnen ontdekken en kunnen ademen. Maar hoe meer ik dat probeerde, hoe schuldiger ik me begon te voelen over alle keren dat ik er niet was als ze me nodig had.

Elke avond kroop ik moe in bed, elke ochtend stapte ik moe uit bed. Mijn schuldgevoel en vermoeidheid zorgden ervoor dat ik nog verder af kwam te staan van de moeder die ik wilde zijn. In plaats van liefhebbend en enthousiast te zijn, werd ik chagrijnig en kribbig. Als dingen niet gingen zoals ik wilde, kon ik het gevoel van verdriet en falen niet van me af schudden.

Het ligt aan de ander

Langzamerhand begon ik schuldigen te zoeken voor mijn gedrag. Het lag aan mijn man: als hij maar dit of dat anders deed, kon ik er weer van genieten. Het lag aan mijn werk: als ik maar minder hoefde te werken, kon ik meer genieten van thuis. Het lag aan het huishouden: als het maar minder werk was, kon ik weer liefdevoller zijn. Het lag aan het weer: als de zon maar scheen, kon ik ook lachen en gezelliger zijn.

Er was altijd een reden buiten mij die ervoor zorgde dat ik niet de moeder kon zijn die ik wilde zijn. Er was altijd een oorzaak die me belette om de moeder te zijn voor mijn dochter die ik wilde zijn.

Maar het ligt bij mij

Maar het grootste probleem ligt bij mij. Want verwachtingen komen niet altijd uit. Sterker nog: ze komen zelden uit. En ook als het regent, zou ik een goede moeder kunnen zijn. Ook als ik moet werken, kan ik de uren thuis met liefde en aandacht doorbrengen zonder me druk te maken over dat ik morgen weer moet werken.

Het ligt alleen bij mij. Ik kan geen van de andere factoren veranderen. Ik kan niet verwachten dat mijn dochter elke dag met een stralend humeur uit bed stapt, terwijl de zon buiten schijnt en ik niet hoef te werken. De wereld is niet maakbaar. Ik ben de enige die in mijn macht ligt om te veranderen.

Die gelukkige moeder

Die gelukkige, liefdevolle moeder die ik wil zijn voor mijn kinderen… dat kan ik alleen maar zelf regelen. Uiteindelijk ben ik de enige die mijn kinderen een gelukkige moeder kan geven die van het leven houdt.

Dat kan mijn werk niet, dat kan mijn man niet, en zelfs mijn kinderen kunnen dat niet. Want van het leven houden, dat moet ik zelf doen.

Dus moet ik leren om mijn belachelijk hoge verwachtingen los te laten. Ik moet leren om te accepteren dat er dagen zijn die gewoon niet zo lekker lopen. Dat er dagen zijn dat mijn kinderen een stel driftkikkers zijn die zich menselijk gedragen.

Ik mag leren dat ik ook gewoon maar mens ben, zelfs als moeder. Dat ik grote fouten maak, maar ook dingen goed doe. En als ik dan telkens iets meer geduld heb met mezelf, kan ik ook met meer liefde reageren op mijn kinderen. Dan hoeven zij niet de onmogelijke taak te vervullen om mij gelukkig te maken.

Want ik ben de enige die ervoor verantwoordelijk is om van het leven te genieten zoals het komt. En als ik soms wat minder geniet, dan is dat ook oké.

Zo kan ik weer genieten van alles wat er komt, ook als dat niet komt zoals ik het had verwacht of gehoopt.

>> Lees ook: Wees een goed voorbeeld voor je kind: ze is het waard <<