Competitie… het is helaas in alles te merken wat je als moeder doet. Of beter gezegd: in wat je kind doet. We willen allemaal het leukste, grappigste, snelste en best gemanierde kind hebben. Als ons kind iets niet zo snel doet als een ander, dan maken we ons gelijk zorgen. Maar wat nou als we gewoon kijken naar ons kind? Als we ons beseffen dat ons kind precies goed is, zoals het vandaag is?

Zou het niet veel makkelijker zijn voor zowel de ouders als de baby’s als ouders gewoon zouden observeren, ontspannen en genieten van wat hun kind doet, in plaats van leren wat een kind nog niet kan? ~ Magda Gerber

De pincetgreep

Toen mijn dochtertje een maand of zeven was, kwam haar ‘vriendinnetje’ spelen die we kenden van de zwangerschapsgym. ‘Kijk toch eens,’ kirde haar moeder. ‘Laura kan de pincetgreep al zó goed!’. Ik keek verbluft: wat was in hemelsnaam een pincetgreep!? Maar ondanks dat ik het niet wist, voelde ik een steek van angst. Wàt was er mis met mijn kind dat zij dat niet kon?

Ik vergat volkomen dat mijn dochter op dat punt al zelfstandig door de kamer bewoog als een rups, terwijl lieve Laura alleen maar op haar rug lag. En terwijl mijn dochter feilloos los kon zitten, zakte Laura als pudding in elkaar zonder ondersteuning. Ik vergat alles wat mijn dochter kon door die stomme pincetgreep.

Ik had ondertussen gegoogled wat het was en hoe het werkte, en legde telkens kleine stukjes eten voor haar neer. Ik moedige haar aan: eerst met grote dingen, toen met kleinere dingen. Maar het maakte haar niks uit. Ik begon me zorgen te maken: kennelijk kon mijn kind geen pincetgreep. En toen, opeens, toen ze acht maanden was, pakte ze met opperste concentratie in één keer een stukje kip van tafel.

Pas later, toen ze liep voordat ze een jaar was, en Laura net begon met kruipen, besefte ik me hoe stom het was geweest. Ik was alles vergeten dat ze al kon, en had alleen nog maar oog voor wat ze niet kon. Misschien kon Laura de pincetgreep wel heel snel, maar maakte haar moeder zich juist zorgen om alles wat zij nog niet kon.

Zorgen om niks

Kinderen leren allemaal op hun eigen tempo. Het zal je verbazen: kinderen zijn net echte mensen in het klein, en ze hebben allemaal hun voorkeuren en sterke kanten. Ik kan nog steeds 1 en 1 niet bij elkaar optellen zonder geneigd te zijn een rekenmachine te pakken, en een bal vangen of normaal gooien lukt me zelden. Vol concentratie een boek van 500 pagina’s uitlezen lukt me wel zonder moeite in een paar dagen, en na wat gestotter krijg ik een taal goed onder de knie.

Als ik me focus op wat ik niet kan, vergeet ik alles wat ik wel kan. En helaas, soms is dat wel de realiteit. We kijken vaak opzij naar onze collega, buurman of een moeder die verderop in de straat woont. We maken ons druk om allerlei onzinnige die anderen wel kunnen en wij niet.

En het grootste probleem is: dat doen we ook bij onze kinderen. We oefenen en oefenen tot in den treure tot ons kind zelf kan kruipen, zitten of lopen. We kopen buikrollen en speciaal speelgoed zodat ze op hun buik kunnen liggen om hun nekspieren kunnen trainen.

Maar denk je echt dat een kind niet leert lopen als je hem niet in een wagentje zet om te lopen? Dat een kind nooit leert kruipen als we het hem niet leren? Dat een kind zijn hoofd niet op kan tillen als we hem niet elke dag een kwartier op zijn buik leggen?

We kijken naar de snelste baby die we kennen en maken ons zorgen als ons kind minder snel is. We missen alles wat ons kind al wel kan.

Maar… hij ligt echt alleen maar op zijn rug te kijken!

Als alle kinderen door de kamer kruipen en jouw kind nog op zijn ruggetje rustig alles observeert, kan er een gevoel van tekort schieten ontstaan. Als ik beter … oefende/hielp/wat dan ook … dan zou mijn kind dat ook wel kunnen.

Maar kinderen leren allemaal op hun eigen manier en hun eigen tempo. Sommige kinderen liggen inderdaad lang op hun rug en observeren alleen maar wat er gebeurt. En dan opeens klikt het, en gaan ze lopen! Slaan ze het kruipen over, en hebben het lopen zo vaak en goed geobserveerd dat ze daar gelijk mee beginnen.

Kinderen die tweetalig worden opgevoed kunnen later gaan praten dan hun eentalige leeftijdsgenootjes. Dat komt omdat ze meer te verwerken krijgen. Maar als zo’n kindje dan eenmaal gaat praten… dan is de kans groot dat er een stortvloed uit komt en je kind niet te stoppen is.

En dat geldt met alles dat je kind zal doen. Dat hij het vandaag niet doet, betekent niet dat hij het morgen niet kan.

Laat je kind de mijlpaal kiezen

Alles wat je kind op een dag doet, zal een grote mijlpaal zijn. De eerste keer de nacht doorslapen, de eerste keer omrollen, de eerste keer kruipen of het eerste woordje.

Tot je kind een mijlpaal bereikt kan je alleen maar aanmoedigen  en je kind helpen. Merk je dat hij graag wilt rollen, doe het voor. Zie je dat hij probeert te kruipen, ga samen op handen en voeten zitten. En wilt hij zijn eerste stapjes zetten? Natuurlijk zorg je ervoor dat je zijn handjes vasthoudt en meeloopt. Daar gaat het ook niet om!

Maar het gaat er wel om dat het prima is om los te laten wanneer je kind iets doet. Je kind is uniek, en zijn mijlpalen ook. Als het boekje zegt: ’tussen de negen en twaalf maanden’, dan is dat een gemiddelde, geen richtlijn.

Je kind kan vandaag precies genoeg voor wie hij is. Je kind loopt niet voor of achter als hij het ene eerder kan en het andere later. Hij heeft zijn eigen mijlpalen en ontwikkeling.

En misschien kan je kind inderdaad nog steeds geen bal gooien als hij vijftien is,  haalt hij onvoldoendes voor sport. Misschien krijgt hij wel goede cijfers voor wiskunde, taal of tekenen. Het maakt niet uit.

Laat los

Laat het los. Serieus. Kijk naar je kind, zoals hij nu is. Vind je het lastig om niet te vergelijken? Stop watjes in je oren bij het consultatiebureau, zet oogkleppen op als je je kind ophaalt op school, doe wat er nodig is om het buiten te sluiten.

Je kan je kind geen groter gebaar van liefde tonen, dan door het te accepteren zoals het op dit exacte moment is. En die liefde, die onvoorwaardelijke liefde is wat een kind nodig heeft om zich optimaal te ontwikkelen.

Ga op je knieen zitten, ga op je buik liggen, en observeer je kind. Benoem wat het goed kan, laat los wat je kind nog niet kan. Het maakt je dankbaar voor wat hij al kan, het geeft je ruimte om te genieten van alle dingen die je kind al kan en hoe hij is.

De waarde van jou als moeder wordt niet bepaald door wanneer je kind zijn mijlpalen haalt. Jouw waarde als moeder wordt bepaald door de liefde voor je kind en de zekerheid die hij daarin vindt.

Laat los mama. Het komt wel goed.

>> Lees ook: is het een probleem of gewoon ontwikkeling? <<