Slaap je samen met je baby? Of geef je hem een knuffel als hij huilt? Heb je je kleintje wel eens in je armen in slaap gewiegd? Ben je wel eens bij je baby gebleven omdat hij huilde als je weg ging? Dikke kans dat je dan ook wel eens commentaar hebt gekregen: ‘hij moet het toch leren’ of de welbekende ‘Als je dit nu doet, dan heeft hij je altijd nodig!’ Maar niets is minder waar: liefde vertraagt de ontwikkeling niet, het is de brandstof.

Onafhankelijk, vanaf de eerste minuut

We leven in een samenleving waarin onafhankelijkheid en individualiteit het belangrijkste is. Jouw lijf, jouw leven, jouw beslissingen. Steunen op iemand anders is eigenlijk not done, zelfs niet in een huwelijk. En die vrijgevochtenheid, die onafhankelijkheid, daar vechten we voor.

Die vrijheid is belangrijk voor onszelf, maar we leggen hem ook onze kinderen op. Jong als ze zijn, zorgen we ervoor dat ze zo min mogelijk van ons afhankelijk zijn. Een wiegende stoel zodat wij niet de hele tijd hoeven te wiegen. Een fles geven, zodat we zo snel mogelijk weer onze eigen dingen kunnen doen. In een eigen bedje laten slapen, zodat we allemaal onze eigen ruimte hebben in bed. Een knuffeltje met onze lichaamsgeur erbij om onze afwezigheid te maskeren.

Want het zal je maar gebeuren dat je kleintje jou nodig heeft overdag of ’s nachts. Dat past niet bij onze eigen onafhankelijkheid, maar we willen ook niet dat ons kleintje van ons afhankelijk is.

Afgedwongen onafhankelijkheid

We duwen baby’s en kinderen richting onafhankelijkheid. Ze moeten met de stroom mee die wij kiezen, en vaak is dat van ons af. Samen slapen, aan de borst in slaap vallen en dragen in een draagdoek, dat zijn over het algemeen dingen die zijn voorbehouden aan moeders die kennelijk niet nadenken over de toekomst. Want als je wel nadacht, dan zou je niet je kindje zo afhankelijk van je laten zijn.

Kinderen die samen slapen ‘krijg je nooit je bed uit’, en baby’s die aan de borst in slaap vallen? Die leren nooit om zelf in slaap te vallen. Het zouden angstige, voorzichtige kinderen zijn. Kinderen die altijd hun moeder nodig hebben om tot rust te komen, en hun vader erbij halen als ze iets willen bereiken in het leven.

En dus proberen we onze kleintjes onafhankelijk te maken. Onafhankelijk van ons, van onze aanwezigheid en van onze constante liefde. We hopen dat het ze helpt om zich onbeperkt te ontwikkelen. Om zich onafhankelijk van onze mening en van onze goedkeuring te laten opgroeien. Om ze vrij te laten zijn om alle keuzes zelf te maken. En om ze tot hun volledig potentieel te laten komen.

>> Lees meer: Laat je kind zijn eigen mijlpalen maar bepalen – het komt wel goed <<

De paradox

De gedachte dat we onze kinderen moeten dwingen tot onafhankelijkheid, is echter niet waar. Het tegenovergestelde blijkt waar: hoe meer we onze baby tegemoet komen aan de (natuurlijke) drang om dicht bij ons te blijven, hoe onafhankelijker en zekerder een kind wordt.

De angst om een kind te gehecht aan ons te laten zijn, zorgt ervoor dat we kinderen dwingen om het zonder ons te doen. Maar hoe gehechter een kind aan zijn moeder is, hoe onafhankelijker hij opgroeit.

Kinderen tot zeker drie jaar, zijn van nature geneigd om zich aan de moeder te hechten, vast te klampen zelfs. Ze zijn ongelukkig wanneer je weggaat, ze klemmen zich aan je vast, ze huilen als je niet bij ze bent. Dat is normaal gedrag: ze zijn niet in staat om voor zichzelf te zorgen, en hebben je nodig om alles voor ze en met ze te doen.

De gehechtheid aan ons maakt dat een kind geneigd is om ons te volgen, om onze verlangens te vervullen en te luisteren naar de dingen die wij van hen vragen. Het is een gehechtheid die hun overleven garandeert.

>> Lees meer: Help! Mijn kleuter schreeuwt alleen maar nee! <<

Maar hoe groeit een gehecht kind dan op tot onafhankelijk?

Eigenlijk is het heel logisch. Een kind dat zeker is dat zijn basisbehoeften als eten, liefde en kleding worden bevredigd, heeft simpelweg meer tijd om te ontdekken en te spelen.

Dr. Deborah MacNamara legt het als volgt uit: “Als kinderen zeker zijn van hun liefdevolle relatie met ons, zijn ze bevrijd en kunnen ze ons los laten en gaan groeien. Gehecht zijn aan ons is niet de vijand van volwassenheid. Onzekere relaties met ons echter wel.”

Een kind dat niet constant op zoek hoeft naar de bevestiging van liefde, kan zich volledig richten op groeien. Als een kind er van op aan kan dat er iemand altijd en overal voor hem zorgt, heeft hij al zijn tijd over om zich te richten op wat ons doel is: opgroeien tot een onafhankelijk persoon.

Je geeft je kind wortels, zodat hij groot kan groeien. Met de woorden van architect Cesar Pelli: ‘Je kan geen grote boom hebben zonder diepe wortels’. Als wij willen dat ons kind kan groeien tot een volwassenen, stabiel persoon, moeten we hem wortels geven die hem die mogelijkheid geven.

>> Lees ook: Samen slapen met je baby: de voordelen <<

Pak je baby maar op, knuffel je peuter extra

Merk je dat je vaak adviezen krijgt die tegen je moedergevoel in gaan? Laat je je baby huilen om hem te leren dat hij het alleen moet doen? Dwing je je kleintje stappen te zetten voor hij er klaar voor is, omdat het nou eenmaal hoort?

Bedenk je dan: je kan niet teveel van je kind houden. Je kan de relatie met je kind niet beschadigen door teveel liefde te geven. Je remt de ontwikkeling niet door tegemoet te komen aan wat je baby nodig heeft, namelijk jouw nabijheid en jouw liefde. Sterker nog, door hieraan te voldoen heeft je kind energie en tijd over om zich te richten op wat we graag willen zien: groei.

Liefhebbend, maar niet grenzeloos

Liefde geven aan je kind betekent niet dat je geen grenzen stelt. Grenzen zijn hard nodig voor een kind om zich te kunnen en durven ontwikkelen. Die grenzen mogen met liefde en geduld worden gesteld. Meer daarover leg ik uit in ‘de kracht van consequent zijn‘. 

Liefhebben is dus niet dat je je kind altijd zijn zin geeft. Liefhebben is dat je onvoorwaardelijk van je kind houdt, en tegemoet komt aan zijn belangrijkste behoefte: liefde van jou. En laten we eerlijk zijn… van liefde hebben we meer dan genoeg te geven, toch?

>> Lees meer: Werkt positief opvoeden op de lange termijn? <<