Positief opvoeden is een manier van opvoeden die steeds meer wordt toegepast. Maar wat is het precies? En hoe kan je het zelf gebruiken? Ik leg hier de basis van positief opvoeden uit. 

Positief opvoeden wordt ook wel ‘positieve discipline’ genoemd. Discipline komt van het Latijnse woord disciplina, wat simpelweg ‘onderwijs’ of ‘leren’ betekent. Discipline heeft dus niks te maken met een autoritaire manier van opvoeden, maar veel meer met onderwijzen.

Wat is positief opvoeden?

Positief opvoeden is het leren en onderwijzen van je kind op een positieve manier. Klinisch psycholoog Laura Markham legt de basis uit:

Positief opvoeden is een manier waarbij de ouder leert haar eigen emoties te reguleren, in plaats van ze af te reageren op haar kind.
Een ouder die geen geweld of schaamte gebruikt om haar kind te beheersen en op te voeden.
Ze gebruikt in plaats daarvan connectie en onderwijzing om haar kind te motiveren.

Dit komt neer op de volgende drie dingen:

1. Als ouder richt je je allereerst op je eigen emoties.

Als je kind voor de tweede keer iets doet wat niet mag of een driftbui krijgt in de supermarkt, is misschien je eerste reactie kwaad worden. Je begint te schreeuwen, stuurt je kind weg, sleept hem mee aan één arm, enzovoorts. Maar het is juist belangrijk eerst zelf rustig te worden, zijn en blijven. Een kind leert niet van een slecht voorbeeld. Hoe meer jij afreageert, hoe meer je kind dat zal doen.

Kortom: erken je trigger, weet wat voor gevoel er achter je eigen reactie zit en reken daarmee af. En ja, dat is een leercurve. Een voorbeeld:

Je staat in de supermarkt en je peuter krijgt een enorme driftbui omdat hij niet hele snoep-schap in zijn winkelwagentje mag gooien. Jouw reactie kan één van de volgende dingen zijn:

a) Stel je niet zo aan!
b) Een tik, een duw, een ruk aan de arm
c) Je loopt weg en negeert het gedrag in de hoop dat niemand ziet dat het jouw kind is.

Al deze punten komen voort uit een negatieve emotie die bij jou opkomt op dat moment. Schaamte voor wat anderen denken, irritatie over je kind ‘Ze kan ook nooit eens normaal doen’, of woede over het feit dat hij nou alweer probeert zijn zin door te drijven.

Bekijk je triggers en zoek daar een oplossing voor. Niet op dat moment, maar denk er eens over na wanneer je eigenlijk kwaad wordt. Maak je je misschien druk om die afkeurende blik van iemand verderop in het gangpad? Voel je je falen als moeder?

Kijk waarom je boos wilt reageren op een peuter die simpelweg teleurgesteld is, en dat gevoel niet in woorden uit kan drukken. Kalmeer jezelf op het moment dat je je kwaad voelt worden.

Kortom: onderzoek je primaire reactie en kijk hoe je kan voorkomen dat je je eigen frustraties op je kind afreageert.

2. Je focust op de band met je kind

Kinderen willen meewerken omdat ze zich verbonden met je voelen. Of uit angst voor je afwijzing, maar dat is dus niet de basis van positief opvoeden. Gehoorzaamheid uit angst voor afwijzing levert op de lange termijn alleen maar meer ongehoorzaamheid en strijd op. Dat leg ik uit in ‘Waarom een time-out niet werkt‘.

Je eerste prioriteit is dus de band met je kind benadrukken en opbouwen. Een voorbeeld:

Je kind gooit de blokken door de kamer. Alwèèr. Dat kan je kwaad maken, dus zie stap één. Daarna zoek je een manier die jullie band bevestigt in plaats van verbreekt. Concreet?

Ga naar je kind toe. Benoem de actie ‘ik zie dat je de blokken weer door de kamer gooit’. Benoem het probleem: ‘ik wil niet dat je met de blokken gooit…’, en benoem daarna de emotie die je kind toont ‘…maar je bent heel boos dat je toren niet lukt’. Hiermee geef je in één zin aan wat er gebeurt, wat er niet mag, en waarom het gebeurt. Je toont een inlevende reactie in plaats van je kind te straffen voor zijn emotie en frustratie.

3. Je onderwijst het kind vanuit liefde en niet vanuit angst

Je geeft de grenzen aan. Dat doe je niet door je kind weg te sturen, een tik te geven of een andere vorm van straf, maar je stelt wèl een duidelijke grens.

‘Ik zie dat je boos bent omdat het bouwen van een toren niet lukt. Blokken zijn niet om mee te gooien. We gaan het nog één keer samen proberen. Gooi je nog een keer met de blokken, dan ruimen we ze op.’ Gooit je kind vervolgens weer de blokken door de kamer uit frustratie? Blijf rustig en ruim de blokken op.

Dikke kans dat je kleintje nu boos wordt vanwege alle frustraties. Reageer dan vanuit je inlevende vermogen: ‘Ik zie dat je heel boos bent dat we de blokken hebben opgeruimd. Blokken zijn niet om mee te gooien. Morgen gaan we het weer proberen.’ Help je kind met zijn emoties. Hij kan dit niet alleen.

Dus… Positief opvoeden…?

…is opvoeden vanuit positieve discipline. Het goede voorbeeld geven. Niet je kind wegsturen als er wat is, maar juist bij je nemen. Het benoemen van emoties en gevoelens, en helpen om daarvan te leren.

Positief opvoeden is het opvoeden vanuit de verbondenheid met je kind, uitgaand van de ontwikkelingsfase en de mogelijkheden van je kind.

Wil je weten of het überhaupt werkt? Ik heb hier een kort overzicht van onderzoeken en bronnen voor je op een rijtje gezet.

Verder lezen?
Dan vind je ‘Is het een probleem… of gewoon ontwikkeling’ misschien interessant.
Meer uitleg over het lange termijn effect van een time-out geef ik hier.
Heb je juist tips en trics nodig voor positieve dingen die je kan doen in het heetst van de strijd? Dat leg ik uit in ‘alternatieven voor een time-out‘.

Klaar om te beginnen, maar nog niet helemaal duidelijk hoe dat kan? In ‘hoe kan ik beginnen met positief opvoeden‘ leg ik verder uit hoe je dat kan doen.